Boogklassen

Onder boogschieten herkennen wij een aantal klassen. Deze klassen worden vaak gebruikt in wedstrijden en toernooien als verschillende prijs categorieën. Hier is een overzicht van de reguliere boogklassen die wij ook aanhouden.

Barebow Recurve (BBR) en Barebow Compound (BBC)

  1. Boog, pijlen en accessoires moeten vrij zijn van vizier, markeringen, laminaten en andere oneffenheden die voor het richten gebruikt kunnen worden.
  2. Een verstelbare pijlensteun mag gebruikt worden om de ruimte tussen de pijl en het oppervlak van
    het boogvenster te veranderen.
  3. Het gebruik van stabilisatoren is toegestaan.
  4. Er is maar één permanent nockpunt, gemarkeerd met 1 of 2 nockpunt-ringen, toegestaan.
  5. Mechanische hulpmiddelen zijn niet toegestaan, met uitzondering van een op de boog
    gemonteerde, niet verstelbare treklengte-indicatie en/of waterpas. Deze mogen zich niet boven de
    pijl bevinden.
  6. Alle gebruikte pijlen moeten identiek zijn in lengte, gewicht, diameter, bevedering en nocks,
    ongeacht kleur, waarbij gebruikssporen toegestaan zijn.

BoogklassenBoogklassen

Freestyle Limited Recurve (FSR) en Freestyle Limited Compound (FSC)

  1. Ieder soort vizier is toegestaan.
  2. Releases zijn niet toegestaan.

BoogklassenBoogklassen

Freestyle Unlimited (FU)

  1. Iedere soort, door de IFAA World Council erkende, boog, vizier en release is toegestaan.

Boogklassen

Bowhunter Recurve (BHR) en Bowhunter Compound (BHC)

  1. Boog, pijlen en accessoires moeten vrij zijn van vizier, markeringen en andere oneffenheden, die
    voor het richten gebruikt kunnen worden.
  2. Een waterpas is niet toegestaan.
  3. Het is niet toegestaan hulpmiddelen aan de uitrusting te bevestigen die gebruikt kunnen worden
    om te richten.
  4. Een klikker is niet toegestaan.
  5. Optische hulpmiddelen die de schutter helpen bij het ankeren of het uitlijnen van de boog zijn niet
    toegestaan.
  6. Er is maar één permanent nockpunt, gemarkeerd met 1 of 2 nockpunt-ringen, toegestaan.
  7. Alleen één vast ankerpunt is toegestaan.
  8. De schutter moet, tijdens het uittrekken en gespannen houden van de pees, de pijl met de
    indexvinger aanraken. De vingerpositie mag gedurende de competitie niet veranderd worden. In het
    geval van lichamelijke problemen kan dispensatie aangevraagd worden.
  9. Alle gebruikte pijlen moeten identiek zijn in lengte, gewicht, diameter, bevedering en nocks,
    ongeacht kleur, waarbij gebruikssporen toegestaan zijn.
  10. Brush-buttons mogen zich alleen aan het uiteinde van de pees (bij de recurve-tip) geplaatst
    worden. Pees-dempers moeten zich minimaal 12 inch (30 cm) boven en onder het nockpunt
    bevinden. Boog-quivers (pijlhouders) mogen aan de buitenkant van boogvenster geplaatst worden,
    waarbij er geen delen in het boogvenster te zien zijn.
  11. Het gebruik van één rechte stabilisator, met een vanaf de boog gemeten maximale lengte van 12
    inch (30 cm), is toegestaan. De bus in de boog, waar de stabilisator is ingeschroefd, wordt als deel
    van de stabilisator beschouwd. V-bars en contragewichten zijn niet toegestaan.
  12. Het is niet toegestaan om het trekgewicht van de boog tijdens een competitie aan te passen.

Boogklassen Boogklassen

Longbow (LB)

  1. Een eendelige rechte boog, van welke soort materiaal dan ook, die in opgespannen toestand een
    continu unidirectionele curve heeft (D-vorm), die als volgt te controleren is: De afstand tussen de
    pees en booglat moet steeds kleiner worden naarmate men verder van het handvat, richting
    latuiteinde, meet . Bij twijfel kan men een draad over de lat leggen vanaf de versterking van het lat-
    uiteinde (als er geen versterking op de lat is aangebracht moet de draad tegen het punt gelegd
    worden waar de pees in de peesgroef ligt) tot aan het einde van het middenstuk. Deze draad moet
    over de gehele afstand de lat blijven raken.
  2. De versterking van het lat-uiteinde mag niet hoger zijn dan 20mm, gemeten vanaf het bovenste
    oppervlak van de lat. De versterking mag tevens niet langer zijn dan 50mm, gemeten vanaf de
    peesgroef richting het middenstuk.
  3. De boog mag een venster en een pijlsteun hebben. Het venster moet van onder naar boven, in een
    schuine lijn geleidelijk overgaan in de bovenlat. Het punt waar venster en bovenlat samenkomen
    moet afgerond zijn. Het venster mag niet voorbij het verticale midden van de boog komen.
  4. De binnenkant van de boog, handvat, venster en pijlsteun moeten vrij zijn van markeringen en
    andere oneffenheden die voor het richten gebruikt kunnen worden.
  5. Toevoegingen aan de boog met als doel stabilisatie, nivellering, trekkrachtreductie, richten en/of
    treklengtecontrole zijn niet toegestaan.
  6. Er is maar één permanent nockpunt, gemarkeerd met 1 of 2 nockpunt-ringen, toegestaan.
  7. Pees-dempers moeten zich minimaal 12 inch (30 cm) boven en onder het nockpunt bevinden.
  8. Alleen houten pijlen met natuurveren, van dezelfde lengte(met een marge van 25mm) en dezelfde
    veer en punt, ongeacht kleur, zijn toegestaan. De pijlen moeten vrij zijn van markeringen en andere
    oneffenheden, die voor het richten gebruikt kunnen worden.
  9. De boog moet met de mediterrane grip (wijsvinger boven en middel- en ringvinger onder de pijl)
    geschoten worden. In het geval van een handicap kan er dispensatie aangevraagd worden.
  10. Bogen die niet aan bovenstaande regels voldoen zullen als Bowhunter Recurve, of een andere
    klasse waar de boog wel aan voldoet, worden geclassificeerd.

Boogklassen

Historical Bow (HB)

  1. De acceptatie van de klassieke boog (Historical Bow of Primitive bow) is gebaseerd op een
    geaccepteerd design en gebruik in de periode voor 1900.
  2. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten boogontwerpen en gebruikte
    materialen.
  3. Er wordt alleen een volwassenen-klasse erkend.
  4. De boog moet bestaan uit hout of samengevoegde natuurlijke materialen.
  5. De boog mag zowel een venster als pijlsteun bevatten, mits de boog voldoet aan de eisen
    genoemd in punt 8a.
  6. De boog moet gemaakt zijn van hout of materialen die werden gebruikt tijdens de historische
    periode waarin de boog gebruikt werd. Moderne materialen zoals carbon, glasvezel en epoxy mogen
    niet gebruikt worden. Het gebruikt van historische lijmen zoals botlijm en harslijm is niet toegestaan.
    Slechts moderne lijmen of andere bevestigingsmaterialen mogen gebruikt worden voor middenstuk
    en latten.
  7. Het standaard peesmateriaal is polyester. Historische (vlas, natuurpees) en modern
    peesmaterialen (Kevlar, etc) mogen niet gebruikt worden.
  8. Alleen houten pijlen met natuurveren, van dezelfde lengte (met een marge van 25mm) en
    dezelfde veer en punt, ongeacht kleur, zijn toegestaan. De pijlen moeten vrij zijn van markeringen en
    andere oneffenheden, die voor het richten gebruikt kunnen worden. Nocks die uit de schacht
    gesneden zijn moeten versterkt zijn met geschikte materialen.
  9. Accessoires zoals geweven
    nockpunten en duimringen zijn toegestaan, mits het gebruik ervan historisch correct is.
  10. De bewijslast aangaande historische correctheid van het materiaal ligt bij de schutter. De schutter
    moet gedocumenteerd bewijs laten zien als de technische staf (scheidsrechters, boogcontrole)
    daarom vraagt.

Boogklassen

Traditional Recurve Bow (TR)

  1. Een recurveboog gemaakt van hout, die bestaat uit één deel of opgebouwd is uit twee of drie
    delen.
  2. Het middenstuk of de handgreep van de boog moet voornamelijk van hout gemaakt zijn, maar
    mag gelamineerd zijn met glas- of koolstofvezel, of soortgelijke materialen.
  3. De latten moeten een houten kern hebben, die aan de buitenkant gelamineerd mag zijn met glas-
    of koolstofvezel, of soortgelijke materialen.
  4. De pijl dient te worden geschoten van de hand of van de vensterrand (shelf). Voor bescherming
    tegen slijtage mag op het venster een dunne plaat (leder of vilt) tegen het middenstuk en een stuk
    vilt, textiel of leder (of soortgelijk materiaal) op de rand geplaatst worden.
    e. Het middenstuk moet vrij zijn van markeringen of beschadigingen die gebruikt kunnen worden om
    te richten.
  5. Toevoegingen aan de boog met als doel stabilisatie, uitlijning op het verticale vlak,
    trekgewichtvermindering, of treklengtecontrole zijn niet toegestaan.
  6. Een pijlensteun, aanpasbaar of vast, is niet toegestaan.
  7. De boog moet geschoten worden met de Mediterraanse greep. Een vingertab of handschoen is
    toegestaan.
  8. Facewalking is niet toegestaan. j. Slechts één, permanent nockpunt is toegestaan. Deze mag
    gemarkeerd worden met één of twee nocklocators. Het gebruik van een ball-nock is toegestaan.
  9. Pijlen mogen worden gemaakt van elk materiaal, en worden geplakt met natuurveren. De pijlen
    moeten gelijk zijn in materiaal, lengte, gewicht spine, diameter en nokken, ongeacht kleur en met
    marge voor slijtage.
  10. Latdempers, peesdempers en brush buttons zijn toegestaan. Deze moeten
    tenminste 12 inch (30cm) onder of goven het nockpunt geplaatst worden. m. Een pijlhouder mag
    geïnstalleerd worden op het middenstuk aan de kant waar het venster zich niet bevindt. De houder
    mag niet zichtbaar zijn in het venster. Als een pijlhouder is geïnstalleerd, mogen alleen pijlen uit deze
    houder geschoten worden tijdens een wedstrijd.

Boogklassen