Huishoudelijk regelement

Huishoudelijk reglement (versie: 30 april 2018)

HOOFDSTUK 1. Algemeen

Artikel 1.1

Dit huishoudelijk reglement is geschreven om de dagelijkse gang van zaken in onze vereniging nader aan te geven. Het beoogt de rechten en plichten van de leden duidelijk te maken. Indien er tussen het huishoudelijk reglement en de statuten onverhoopt tweeërlei uitleg mogelijk is, gelden de statuten, tenzij de algemene ledenvergadering anders heeft beslist.

Artikel 1.2

Waar in dit reglement sprake is van leden, worden, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld,  bedoeld juniorenleden, senioren, aspirant-leden en ereleden. De regels gelden echter ook voor gastschutters en alle anderen die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen.

Artikel 1.3

Ieder lid wordt geacht, alvorens aan de schietactiviteiten deel te nemen, de inhoud van dit reglement te kennen.

Artikel 1.4

Het is de leden toegestaan een introducé mee te brengen, indien dit vooraf bij een bestuurslid gemeld is. Het lid dat een introducé meebrengt, is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat deze zich stipt aan de regels houdt, conform dit huishoudelijk reglement. Een introducé mag maximaal twee maal mee komen om kennis te maken met de vereniging. Daarna moet hij zich aanmelden als aspirantlid.

Artikel 1.5

Indien een lid zich niet aan de verenigingsregels houdt, kan hij/zij door een bestuurslid worden bestraft. Deze bestraffing kan variëren tussen een persoonlijke waarschuwing, een openbare waarschuwing, een tijdelijk schietverbod, een tijdelijke schorsing en een royement van het lidmaatschap. Een schietverbod, schorsing en royement kan alleen opgelegd worden door minimaal twee bestuursleden gezamenlijk.

Artikel 1.6

Alleen tegen Artikel 1.5: royement van het lidmaatschap, is binnen een maand schriftelijk beroep bij het bestuur mogelijk.

Artikel 1.7

Belangstellenden bij wedstrijden en schietoefeningen dienen op de verenigingsregels gewezen te worden en dienen ruim achter de wachtlijn te blijven.

Artikel 1.8

Alle leden die aan het schieten deelnemen worden geacht ook bij het opbouwen en/of opruimen van het trainingsmateriaal behulpzaam te zijn.

Artikel 1.9

Van ieder lid wordt verwacht dat hij/zij, indien nodig, behulpzaam is bij het onderhouden van het verenigingsmateriaal.

Artikel 1.10

Gebruik van verenigingsmateriaal, buiten de schietoefeningen, is slechts toegestaan in overleg met een bestuurslid.

Artikel 1.11

Het lidmaatschap loopt in principe van 1 januari tot 1 juli en van 1 juli tot 1 januari. De contributie wordt op 1 januari en op 1 juli geïnd. Opzegging van het lidmaatschap is mogelijk per die data, met in achtneming van een opzegtermijn van één maand. Dus uiterlijk per 1 juni en 1 november.

Artikel 1.12

Aspirantleden dienen minimaal vier weken of minstens acht keer aan de schietoefeningen te hebben deelgenomen, voor zij lid kunnen worden. Over toelating tot lid beslist het bestuur.

Leden die bezwaren hebben tegen het lidmaatschap van een aspirant, dienen dit zo snel mogelijk, met redenen omkleed aan het bestuur te melden.

Artikel 1.13

Aspirantleden kunnen in de vier ‘kennismakingsweken’ gebruik maken van de verenigingsbogen. Daarvoor betalen zij een kleine vergoeding voor materiaalgebruik. Nieuwe leden kunnen maximaal drie maanden gebruik maken van verenigingsbogen tegen een vergoeding (zie lidmaatschap). Na de kennismakingsweken worden zij wel geacht zelf voor pijlen te zorgen. Deze zijn, indien gewenst, tegen een gunstig tarief verkrijgbaar op de vereniging.

Artikel 1.14

Gastschutters, anders dan onze aspirantleden, mogen voor €2,50 per bezoek mee schieten.

HOOFDSTUK 2. Veiligheidsreglement

Artikel 2.1

Bij het begin van de schietoefeningen wordt een baancommandant aangewezen. Deze geeft toestemming om met schieten te beginnen en geeft de commando’s ‘laatste pijl’, ‘klaar?’ en ‘pijlen halen’. De aanwijzingen van de baancommandant dienen stipt te worden opgevolgd.

Als de baancommandant tijdelijk zijn plaats verlaat, wijst hij een ander lid aan in zijn plaats.

Bij het commando ‘laatste pijl’, mag er geen nieuwe pijl meer gepakt worden. Alleen een pijl die al boog ligt mag nog verschoten worden.

Artikel 2.2

Elk lid is persoonlijk aansprakelijk voor de eventuele gevolgen wanneer hij/zij zich niet aan de regels houdt van het baanreglement en/of de aanwijzingen van het bestuur en/of trainers.

Artikel 2.3

Het is verboden een pijl op te leggen, de boog te spannen en/of te schieten als zich in de gevarenzone mensen of dieren bevinden. Er wordt daarom gelijktijdig geschoten en gehaald op aangeven van de trainer/baancommandant.

Artikel 2.4

Het is verboden een pijl op de boog te leggen en deze te spannen, anders dan gericht op het doel.

Artikel 2.5

In verband met de concentratie van de schutters, dient tijdens het schieten rust te heersen.

Een verzoek van een of meerdere schutters om rust dient door een ieder gerespecteerd te worden.

Artikel 2.6

Degene die zijn pijlen verschoten heeft, treedt terug tot achter de wachtlijn.

Artikel 2.7

Het nuttigen van alcohol voor of tijdens de training door de schutter is verboden.

Artikel 2.8

Er mag alleen met normale pijlen/punten geschoten worden. (dus geen zgn. “Broadheads” en “Blunts”)

Artikel 2.9

Toeschouwers mogen niet op de schietbaan komen, anders dan onder begeleiding.

HOOFDSTUK 3: Demonstraties en clinics

Artikel 3.1

Zowel voor, tijdens als na een demonstratie dienen de deelnemers geïnstrueerd te worden over de veiligheidsregels. De begeleiding dient hierop zorgvuldig toe te zien.

Artikel 3.2

Voor en tijdens een demonstratie is alcoholgebruik niet toegestaan, in eerste instantie is de aanvrager hiervoor verantwoordelijk.

Artikel 3.3

De vereniging kan tijdens de activiteiten niet door derden aansprakelijk gesteld worden voor schade aan, of zoekraken van persoonlijke eigendommen.

Artikel 3.4

De vereniging kan deelnemers aan de activiteit aansprakelijk stellen voor beschadiging of zoekraken van verenigingseigendommen, in eerste instantie zal hiervoor altijd de aanvrager aangesproken worden.

Artikel 3.5

Consumpties van de deelnemers, slingers, ballonnen en andersoortige feestversiering die van invloed kan zijn op de veiligheid, dient van tevoren met het bestuur te worden besproken.

HOOFDSTUK 4: Veiligheidsregels buitenlocaties

Artikel 4.1

De aanwijzingen van de baancommandant dienen stipt te worden opgevolgd.

Artikel 4.2

Geef elkaar duidelijk aan dat je aan het zoeken bent als je er niet zeker van bent dat ze zien dat je aan het zoeken bent.

Artikel 4.3

De pijl niet op de pees zetten voordat iedereen van de baan is en je hier 100% zeker van bent.

Artikel 4.4

Geen camouflage kleding dragen (dit zodat je goed zichtbaar bent in het bos).

Artikel 4.5

Op het veld mag alleen op de verre doelen (grote dino en beer) worden geschoten rechts van de rode boogsteun.

HOOFDSTUK 5: Tot slot

Artikel 5.1

In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 5.2

De bedragen, genoemd in de bijlage, zullen jaarlijks in de algemene ledenvergadering worden vastgesteld.

6 mei 2018